donderdag 18 juni 2009

Kunstzinnige orientatie: Pocahontas



Thema:
Het thema ‘Pocahontas’ wordt voor verschillende vakgebieden aangeboden worden. Dit aanbod is door middel van een verhaal. Het verhaal dat centraal staat, is het verhaal van Pocahontas. Het verhaal is het middelpunt van onze lesactiviteiten. De volgende vakgebieden komen binnen ons leerarrangement aan bod:
× Drama× Dans× Muziek× Beeldende kunst
× GeschiedenisDe 10 lessen die ons leerarrangement bevat, worden aangeboden door middel van het verhaal van Pocahontas. Iedere les wordt hier kort en soms iets langer aandacht aan geschonken. De verwerkingen van de les hebben betrekking op de leefomstandigheden van Pocahontas en de omgeving.De didactische vierslag komt binnen onze lessen naar voren. Niet alle vier de fasen komen allemaal in één les naar voren, wel hebben wij hier zo goed mogelijk geprobeerd deze in de lessen de verwerken. De fasen van de didactische vierslag zijn:× Waarnemen× Herkennen en toepassen× Verklaren× Waarderen



Verantwoording:
We hebben dit thema gekozen, omdat Pocahontas voor de kinderen herkenbaar is. De meeste hebben de film al eens gezien. Doormiddel van de verhaallijn kunnen ze veel leren over indianen en ontdekkingsreizigers. Bovendien kunnen veel vakgebieden erin geïntegreerd worden. Doordat de kinderen zich er iets bij voor kunnen stellen wordt het leerdoel voor hen duidelijk en zullen ze ook enthousiast gaan leren. Dat geldt tevens voor ons. Wanneer wij het thema leuk vinden en er ons best voor doen om dingen uit te zoeken dan zal dat leiden tot leuke lessen die aanspreken bij de leerlingen.

1: Beschrijving van de basisschool: ' De St. Aloysius'.



Beschrijving van de school:

‘Een gezellige school in het hart van Monster,waar het kind centraal staaten waar iedereen mag zijn wie die is’.De St. Aloysius Basisschool werkt samen met de schoolbegeleider van "OnderwijsAdvies" aan het invoeren en opbouwen van vaardigheden met coöperatief leren.Waarom op school aandacht voor leren samenwerken?× DifferentiatieHet gaat bij deze werkvorm om de samenwerking tussen sterke en minder sterke leerlingen in tweetallen of viertallen. De kinderen ondersteunen en helpen elkaar en zoeken samen naar oplossingen voor problemen. De zwakkere leerlingen profiteren van de aanmoediging, hulp en uitleg van de medeleerlingen. Ze doen mee als volwaardig lid van de groep. Er worden eisen aan hen gesteld, maar als het nodig is, weten ze dat ze op de hulp van anderen kunnen rekenen. Dit stimuleert het zelfvertrouwen. Ook de sterke leerlingen profiteren van de samenwerking in een heterogene groep. Door anderen te helpen, bereiken zij beheersing van de stof op een hoger niveau.× Effectieve leertijdEen ander belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat de tijd die leerlingen werkelijk actief en geconcentreerd aan het werk zijn, toeneemt.× Pedagogisch klimaatAls we kinderen stimuleren en leren met elkaar samen te werken, leveren we een belangrijke bijdrage aan het pedagogisch klimaat in de klas en op school. We beschouwen de school als een pedagogische gemeenschap van volwassenen en kinderen, waarin de kinderen niet alleen leren van volwassenen maar ook van elkaar. Er is begrip en respect voor iedereen. We geven iedereen een kans en stimuleren en helpen elkaar.

Website van de basisschool: http://www.aloysius.skpow.nl/


2: Culturele omgeving van de school. De grote en kleine kaart


De grote culturele omgeving van Monster:


De grote culturelen omgeving van Monster ligt in Zuid-Holland en hoort bij de gemeente Westland. In dit gebied is er veel te doen rondom de grote omgeving. Deze hebben wij uitgewerkt en toegepast in de lessen. Ons thema ‘Pocahontas’ kun je in verschillende onderwerpen verdelen, bijvoorbeeld:
× Cultuurverschillen
× Ontdekkingsreizen
× Schepen
× VOC (handel)


In Leiden heb je een museum Volkenkunde. Dit museum laat de leerlingen ontmoeten met voorwerpen, verhalen, (muzikale) tradities en het dagelijkse leven in andere landen (volken). Hierdoor worden de interesses van de leerlingen opgewekt voor andere culturen en zullen zij deze respecteren. In dit museum is er een speciale les genaamd ‘Indianen van de Noordwest kust’. Bij deze les ontdekken de kinderen het stereotype beeld van ‘de Indiaan’ niet bestaat en ze maken kennis met een feest waar het vertellen van verhalen, het maken van muziek en het weggeven van cadeautjes centraal staat. Zo’n zelfde soort museum bevindt zich in Rotterdam; Wereldmuseum. Dit is ongeveer een half uur rijden met de bus. In dit museum wordt er veel aandacht besteed aan de verschillende culturen. Ze verzorgen hier workshops en hebben een educatief programma samengesteld. Voor het onderwerp schepen kun je bijvoorbeeld met de leerlingen naar het Maritiem Museum in Rotterdam gaan. Dit museum verzorgt tentoonstellingen die gaan over de havenwereld van vroeger en van nu. Er zijn bijvoorbeeld exposities over de Gouden Eeuw of over Nederlands-Indië. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de soorten schepen en hoe deze gebouwd zijn. Ook wordt de VOC behandeld.
Je kunt in Amsterdam ook een VOC-schip uit de achttiende eeuw bezoeken. Zij verzorgen speciale rondleidingen voor primair onderwijs. Dit schip ligt tijdelijk bij science center NEMO door een renovatie van het Scheepvaartmuseum. Dit is echter wel 50 minuten rijden met de bus, maar het is zeker een leervolle ervaring voor de leerlingen.


De kleine culturele omgeving:

De kleine culturele omgevingHet plaatsje Monster beschikt over 5 km strand. Het is leerzaam en uitdagend voor leerlingen om het strand te verwerken in lessen. Het moet wel op elkaar aansluiten.

Ditzelfde geldt voor het bos, dat dichtbij gelegen is. Hierbij hebben wij een les verwerkt, waarin de leerlingen tipi’s van natuurlijke materialen maken. De omgeving motiveert de leerlingen om de tipi’s te maken/bouwen. Dit komt doordat de leerlingen hierdoor in de sfeer van de indianen komen (in bossen).
Wanneer je in het onderdeel indianen blijft, kun je bijvoorbeeld ook kano’s maken met de leerlingen en deze in de sloten (in de buurt) laten drijven.

4: Geformuleerde leervragen.


Leervragen op het gebied van cultureel erfgoed.

v Oude kunst en (gebruiks)voorwerpen uit het dagelijks leven met kenmerken, eigenschappen en gebruik bekijken en herkennen. In dit geval gericht op ontdekkingsreizigers en indianen
v Het bouwen van hutten en wigwams.
v Het dagelijkse leven van de indianen herleidt uit afbeeldingen, verhalen en beeldmateriaal
v Bekend worden met verschillende historische bronnen(bijv. objecten, literatuur en afbeeldingen, bezoek aan musea)
v verschillen en overeenkomsten tussen heden en verleden
v gewoonten en gebruiken (bijv. bij feesten, familiegebeurtenissen van de indianen)
v eetcultuur (bijv. dagelijkse maaltijden in verschillende culturen, traditionele gerechten)
v waarden en normen(van jezelf, de groep en omgeving, iedereen)
v Omgangsvormen vroeger in de tijd van ontledingsreizigers en nu.

Leervragen Muziek en Dans
Bij het zingen
v De kinderen zingen samen liederen over indianen.
v Ze zingen het lied met de accenten op de juiste plaatsen, passen sterk en zacht toe, ademen op de juiste plaatsen en articuleren de teksten en letten op zuiverheid.
v Ze nemen een voorgezongen of voorgespeelde begintoon correct over en zingen zelfstandig zonder dat de leraar meezingt.
v Ze zingen soms mee met de instrumentale begeleiding van de leerkracht.
Bij het luisteren
v De kinderen luisteren geconcentreerd naar korte betekenisvolle muziekfragmenten ( zie les 2 en les 7)
v Ze luisteren naar: klankeigenschappen: ze ervaren verschillen en overeenkomsten in de muziek. de vorm: ze kiezen bijvoorbeeld bij de herhalingen van een thema voor het uitvoeren van dezelfde bewegingen; de betekenis en functie:ze reageren op muziek met geluiden van de natuur, dieren, mensen.
Bij het muziek maken
v Ze ontwerpen en spelen klankbeelden vanuit muzikale tegenstellingen als hoge-lage, snelle-langzame, harde-zachte muziek, vrolijke-droevige muziek. ( les 8)
v Ze spelen hun muziek op schoolinstrumenten.
v Ze klappen en spelen de maat of het ritme mee van gezongen liederen.
v Ze spelen eenvoudige ritmen, bijvoorbeeld bestaande uit enkele halve en enkele kwartnoten.
v Ze spelen en/of zingen de klanken die passen bij genoteerde geluiden.

Bij het bewegen op de muziek
v De kinderen zingen (dans- en speel)-liederen en luisteren naar muziekfragmenten. Ze reageren daarop met bewegingen naar aanleiding van de instructies van de leerkracht.

Leervragen op het gebied van Taal en Spel

v Spel op basis van betekenisvolle situaties en verhalen, in dit geval het verhaal van pocahontas. Met aandacht opbouw: combinaties van beweging, houding, gebaar, emotie, stem, taal en mimiek
v bewust hanteren van: begin, midden, einde van een scène (les 4)
v Kunnen koppelen van voorwerpen aan personen en situaties. (les 4)
v Het herkennen en produceren van symbolen uit de indianen taal. (les 1)

Beeldende leervragen.

v De kinderen maken beeldende werkstukken op basis van waarneming, beleving en ervaring, bijvoorbeeld een verhaal dat wordt verteld, afbeeldingen en voorwerpen die worden getoond.
v Ze bekijken en bespreken karakteristieke details van de voorwerpen en afbeeldingen, bijvoorbeeld waaraan je de verschillende culturen kunt herkennen.
v De kinderen verkennen en onderzoeken binnen de context van het onderwerp de mogelijkheden van beeldaspecten (ruimte, kleur, vorm, textuur en compositie), bijvoorbeeld: ze schuiven met figuren over het vlak en maken verschillende composities; ze werken met kleurcontrasten en kleuraccenten in hun werk over indianen;ze versieren hun werk met randen en motieven.De kinderen experimenteren gericht met materiaal/techniek en gebruiken dit in hun werkstukken, bijvoorbeeld: ze maken observaties van verschillende totempalen en andere opstellingen; ze maken vormen van klei en onderzoeken hoe je de stukken van een kleifiguur door middel van uitknijpen en versmeren van klei kan vastzetten aan het voetstuk; ze onderzoeken hoe dik de plakkaatverf moet zijn om dekkend te schilderen.

5: De geografische vierslag


De geografische vierslag

Waarnemen
Twee personen waarnemen:
× Indiaan, ontdekkingsreiziger.
Vragen die je stelt:
-Wat zie je?
-Wat doe je?
-Wat voel je?
Thema: Pocahontas.

Indiaan: (Over het plaatje onderaan)
Ik zie een indiaan met die met de ene been hoger staat dan de andere been. De indiaan kijkt in de lucht. Hij heeft een speer in zijn handen met veren eraan. Zijn kleding is eenvoudig in de kleur bruin en zijn mantel is waarschijnlijk van een dierenhuid gemaakt.
Ik krijg het gevoel dat deze Indiaan een belangrijk stamlid is binnen zijn stam en dat hij net iets gevangen heeft of dat hij van plan is om iets te gaan vangen!

Ontdekkingsreiziger: (Over het plaatje onderaan)
Ik zie John Smit met een helm op en een geweer in zijn handen. Bovendien heeft hij een soort kogelvrij vest aan. Hij kijkt op een bepaalde manier naar Pocahontas.
Ik krijg het gevoel dat John Smit Pocahontas niet zo erg vertrouwt en dat hij veiligheid zoekt bij zijn geweer, omdat hij de manier waarop Pocahontas hem benadert niet gewend is!

Herkennen en toepassen
Vragen die je stelt:
Waargenomen kennis, ervaring uit fase 1 in verband brengen met eerdere/andere ervaringen.

Indiaan:
Ik weet dat indianen in stammen samenleven en dat het opperhoofd de baas is van een stam en dat iedereen naar hem luistert. Ook de medicijnman is een belangrijke man in een stam. Ik denk dat de indiaan op het plaatje wel eens een opperhoofd zou kunnen zijn. Op de manier hoe hij staat (beeldend aspect), straalt hij macht uit.

Ontdekkingsreiziger:
Uit mijn beleving hebben ontdekkingsreizigers het idee dat zij de hele wereld vorm kunnen geven, zoals zij dat willen. Ze staan niet of nauwelijks open voor andere culturen en houden zich krampachtig vast aan hun eigen cultuur. Daaruit komt waarschijnlijk naar voren dat John Pocahontas aankijkt met een blik dat hij het niet vertrouwt en dat hij ook niet van plan is naar haar te luisteren. Hij wil vooral de macht over de situatie behouden!

Verklaren
vragen die je stelt:
analyse en interpretatie, onderzoek naar betekenis en samenhang.

Indiaan:
Economisch perspectief:
Hoe voorzagen mensen in de verenigde staten -virigina toen in hun bestaan?
Er waren in Virginia boeren die gewassen verbouwden op hun akkers. Gewassen als maïs, bonen en pompoenen. Ook werd er katoen en zonnebloemen en tabak verbouwd. De indianen visten bovendien ook. Daar hadden ze eigengemaakte speren voor en ze hadden kano’s gemaakt.
Ook vingen de indianen dieren en deden ze dus aan veeteelt.
Bij het verhaal van pocahontas wordt virigina een kolonie van de engelsen!
Wat bij de indianen naar voren kwam is dat zij precies namen wat ze nodig hadden. Als ze op dieren gingen jagen dan vroegen ze eerst toestemming aan de goden.
Sociaal perspectief:
Welke verhoudingen waren er toen/daar in de samenleving?
De vrouwen: De vrouwen zorgden voor het eten,(werken op het land) de kleding en het huis en de kinderen. Ze maakten aardewerk en potten.
De meisjes: De meisjes blijven bij hun moeder en gaan hen langzamerhand helpen met de ‘vrouwen’taken.

De mannen: De mannen jaagden op dieren, visten, voerden ‘oorlogen’.
De jongens: De jongens oefenden in hardlopen, schieten met pijl en boog en mochten soms met hun vader mee vissen.

Politiek perspectief:
Wie hadden het toen/daar voor het zeggen?
Er was een stam, de powathan. Als stamgenoot was je een pawnees. Pocahontas was de dochter van het stamhoofd. Het stamhoofd heette het opperhoofd. Hij was de persoon die de belangrijke beslissingen nam. Sommige indianen moesten bijvoorbeeld rondtrekken als er geen eten meer was, maar bij de stam powathan hoefde dat niet, want er waren akkers.
Het stamhoofd bepaalde bijvoorbeeld hoe er problemen opgelost werden.
De medicijnman was ook een belangrijke man bij de indianen. Het was een priester, want hij kon de goden vragen om een goede oogst of jacht. En hij was een dokter, want hij had allerlei kruiden om de zieke indianen te genezen.

Cultureel perspectief:
Wat kun je zeggen over de culturele ontwikkeling toen/daar (geloof,architectuur, kunststroming)
Geloof:
De indianen geloofden dat de aarde de moeder was van alles dat leefde. De vader was de zon.
Wanneer de indianen mens/dier/plant moesten doden vroegen ze god om omgeving.
Midden in het dorp van tipi’s stond de zonnedanshut. Dat was een hut met in het midden een paal die de levensboom genoemd werd. Het was de verbinding tussen de mensen en de grote geest wakatanka(god).
In de zomer was er de zonnedans. Het was een feest dat twee maal vier dagen duurde.
- de mensen gaven elkaar cadeaus
- roken van de pijp door de oudere indianen. De jonge mochten niet, want dat was slecht voor hun uithoudingsvermogen.
- Feestelijke kleding en schmink
- Dansen in de zonnedanshut
- Geesten gunstig stemmen door pennen in je borst te boren en riemen aan de middenpaal en dansen net zo lang totdat ze eruit waren. (mannen)
- Ze gingen op jacht. Als een indiaan dood was dan werd deze op een stellage geplaatst met het ‘gedode paardenschedel’(gedaan door de stam) erop.


Architectuur:
De indianen van pocahontas haar stam leefden in wigwams.

Wigwam:
Een wigwam is een koepelvormige of een kegelvormige hut. Er woorden takken voor gebruikt en het is bedekt met rietmatten of boombast. (meestal berkenbast)
Zonnedanshut: een cirkelvormige tent met een paal in het midden. (boomstam)

Kunststroming:
Potten maken van klei.
Manden maken van riet.
Wigwams maken: zie hierboven
Kleding maken: dierenhuiden, bizons
Totempaal: een totempaal was een grote paal van beschildert houtsnijwerk. Het zijn de voorouders en de dieren die door de stam werden vereert. Het staat rechtop voor de huizen, of bij ceremonies om de mensen te beschermen. Het uitgesneden onderaan is de ingang.
Sieraden maken, meestal turkoois
Dekens weven: dekens werden geweven op twee bomen.
Schoenen maken: mocassins met kraaltjes versierd. Veel kleuren.

Natuurlijk perspectief:
Welke rol speelde toen/daar de natuur?
De natuur speelt de grootste rol bij de indianen. De natuur leeft en daar moet je voorzichtig mee omgaan. Je hoeft alleen te gebruiken wat je nodig hebt.
Individueel perspectief:
Welke betekenis kun je hierbij geven aan een bepaald persoon?
Je weet nu dat een indiaan respect heeft voor zijn natuur en dat het een groepsmens is. Bovendien maken indianen veel zelf en geloven ze in goden op aarde. Ze hebben hun eigen muziek, verhalen, cultuur.

6: De brillen van Parsons Historicus


De brillen van Parsons Historicus:

Je kunt de geschiedenis van de indianen beschijven. Eerst rondtrekken, daarna vast op één plaats, koloniën etc.
Natuurkundige: je kunt kijken naar de planten en dieren die de indianen gebruikten.
Techneut: Je kunt bekijken hoe de hutten en de gereedschappen in elkaar zaten en waar ze van werden gemaakt.
Kunstliefhebber:Je kunt bekijken wat de mensen aan beeldend materiaal maken, wat ze zongen, wat ze vertelden etc.
Geoloog: Je kunt kijken wat de aarde te bieden had voor de mensen en waarom de mensen juist daar gingen wonen.
Bioloog: Je kunt kijken naar welke vissen er gevangen genomen werden, wat men at en hoe bizons bijvoorbeeld leefden etc.

Ontdekkingsreiziger

Economisch perspectief:
Hoe voorzagen mensen in viriginia en in Engeland in hun bestaan?
Engelse ontdekkingsreizigers trokken naar Virigina, omdat ze gehoord hadden dat er veel geld te verdienen was. Daarom gingen ze er geld halen. Dat deden ze met grote schepen. Deze schepen hadden erg veel ruimte en er was ook ‘eten’ aan boort.
In virginia zelf leefden ze van de natuur. En ze stuurden in Virgina de schepen terug naar Engeland met tabak. Daar verdienden ze erg veel geld aan.

Sociaal perspectief:
Welke verhoudingen waren er toen/daar in de samenleving?
Indianen: de indianen waren ondergeschikt
Vrouwen: de vrouwen waren ondergeschikt
De blanke engelse mannen hadden de hele wereld.

Politiek perspectief:
Wie hadden het toen/daar voor het zeggen?
De ontdekkingsreizigers uit Engeland vonden dat ze boven de Indianen stonden. Ze voelden zich beter omdat zij konden lezen en schrijven en ze zagen overal geld in. Er was één gouverneur die uitmaakte wat er gebeurde op het land zelf. Hij bepaalde waar de tenten kwamen te staan, wie de nieuwe wereld ging verkennen, wie de muren bouwde etc.
De gouverneur was de machthebber en vaak ook een militair. De gouverneur had veel mensen onder zich dit waren vaak soldaten. Deze soldaten kon hij inzetten als er iets niet volgens zijn manier verliep. Hij kon ze bijvoorbeeld inzetten voor een conflict tussen de indianen en henzelf.

Cultureel perspectief:
Wat kun je zeggen over de culturele ontwikkeling toen/daar (geloof,architectuur, kunststroming)
Geloof:
De koning van Engeland Karel I was anglicaan en zijn vrouw was streng rooms-katholiek. Daarom zorgde hij ervoor dat de anglicaanse kerk en de Rooms-katholieke kerk weer dichterbij elkaar zouden komen. De meeste mensen in Engeland waren anglicaans.

Architectuur:
Schepen: vertellen hoe ze eruit zien, wat erin te vinden is etc.
Tenten: De tenten waren anders dan die van de indianen ze zaten al met haringen in de grond.
Muren: Er werd een fort gemaakt door de ontdekkingsreizigers.
Kunststroming: landkaarten, geweren.

Natuurlijk perspectief:
Welke rol speelde toen/daar de natuur?
De natuur speelde een rol om van te leven. Er was niet veel respect voor de natuur. Bomen werden gepakt voor het maken van dingen en voor de grond om op te leven. Bovendien waren de geweren ook niet zo goed voor het natuur.

Individueel perspectief:
Welke betekenis kun je hierbij geven aan een bepaald persoon?
De ontdekkingsreizigers waren mensen die best arrogant waren met weinig respect voor anderen.

Historicus: Je kunt kijken naar de geschiedenis van de ontdekkingsreizigers.
Natuurkundige: Je kunt kijken naar de natuurkundige aspecten van het leven in Viriginia.
Techneut: Je kunt kijken naar de schepen over hoe ze in elkaar zitten en hoe ze tenten maakten en hoe de geweren in elkaar zitten.
Kunstliefhebber: ze hebben niet echt belang in kunst. Ze zien kunst meer als dingen die ze zelf maken. Ze zijn meer bezig met geld verdienen.
Geoloog:Welke grond werd uitgekozen om te wonen.
Bioloog: Welke dieren werden er gedood etc.


Lesideeën

Ontdekkingreizigers
- ontdekkingsreizigers, verhalen gehoord van de VOC en de WIC
- afstraffen van de natuur: veel westerse landen zijn aan het werk in eigen belang.
- verschil tussen man en vrouw: het verschil tussen man en vrouw is in tuinders gezinnen nog best wel merkbaar.
- mensen opvoeden door de ontdekkingsreizigers, de onderwijzers willen kinderen ook graag ‘opvoeden’ maar kunnen ze dit niet zelf?
- uitputting van de natuur door de ontdekkingsreizigers, de westlanders putten de natuur ook uit. Nieuwe huizen etc.
- oorlogsgerei van de soldaten, we weten precies hoe het oorlogsgerei van een soldaat eruit ziet. Zwaard etc.
- kleding van de ontdekkingsreizigers, de kleding van de ontdekkingsreizigers is fabrieksgemaakt.
- specerijen die de ontdekkingreizigers meenamen, deze specerijen zijn nog steeds te krijgen!
- huizen waarin de ontdekkingsreizigers woonden, deze waren van steen gemaakt.
- vanuit de hersenen – ontdekkingsreizigers, verstand
- geld verdienen voor de ontdekkingsreizigers, ook nu is de westerse bevolking vooral geïnteresseerd in het verdienen van geld.
- manier van gevangen zetten door de ontdekkingsreizigers, vastbinden


Indianen
- indianen: verhalen gehoord dat deze mensen zijn uitgestorven
- liefde voor de natuur: de partij Greenpeace houdt zich er tegenwoordig bijvoorbeeld mee bezig.
- verschil tussen man en vrouw: het verschil tussen man en vrouw is in tuinders gezinnen nog best wel merkbaar.
- jagen op dieren door de indianen: In Nederland wordt er niet meer op dieren gejaagd, ze worden afgeslacht.
- eigen muziek van de indianen, de muziek die indianen vroeger maakten is bekend.
- eigen dansstijl bij kampvuur van de indianen, de dansstijlen komen steeds meer overeen.
- eigen manier van opmaken als er gevochten wordt, we maken ons niet op zoals indianen dat doen, want dat vinden we niet mooi.
- oorlogsgerei van de indianen, pijl en boog en paard horen echt bij de indianen als oorlogsgerei.
- kleding van de indianen, de kleding van de indianen is eenvoudig en met veel slierten en versieringen.
- huizen waarin de indianen woonden, de huizen waren tipi’s/wigwams dat zijn bepaalde tenten.
- vanuit het hart – indianen, gevoel
- in leven blijven voor de indianen, gebruik de natuur en wat je verdient om in leven te blijven. Heb verders liefde voor alles om je heen.
- vergaderen in de vorm van een kampvuur gesprek door de indianen
- manier van genezing door de indianen, medicijnman.
- manier van gevangen zetten door de indianen?

7: Een van de tien kunstactiviteiten / lessen

Stageschool: Aloysius Datum 29 mei
Plaats: Monster Klas 2C
Stagementor: Karin Thoen
Stage groep 4


BEGINSITUATIE
In welk lokaal geef je les?
klaslokaal
Hoeveel van dit soort lessen heb je al aan deze groep gegeven?
0
Wie
De kinderen uit groep 4 die een aantal weken geleden al een themaweek hebben gehad en er nu nog één krijgen.
Wat
De kinderen leren iets over de geschiedenis van pocahontas.


EIGEN LEERDOELEN
Formuleer twee concrete leerdoelen
1e doel
4.1 Het verzorgen van onderwijs gedurende een langere periode waarbij de taak en de tijd bewaakt wordt.
2e doel
3.3 Ontwerpen en uitvoeren van een thema waarin boeiend en met inhoudelijk overwicht instructie gegeven wordt, variatie in instructievormen


LESDOELEN
Algemene doelen

De kinderen leren wat over de geschiedenis van de indianen.
Concrete, vakgerichte doelen
De kinderen leren wat over Viriginia, wie er woonden, wat een stam is, welke taal ze spraken, welke kleding ze aanhadden, welke dingen ze aten, welke wapens ze hadden.

DE LES

ORIENTATIEFASE
In deze fase komen veelal drie onderdelen aan de orde:
Introduceren
Informeren
Instrueren
Wat doe ik?
Wat doen de kinderen?

Ik kom de klas in met een pijl en boog, pocahontasjurkje en een aantal boeken.

Ik vraag de kinderen wie ik ben en wat zij allemaal van mij weten.

Op het bord schrijf ik:
Land - atlas
Taal – gebaren
Kleding – heel veel verschillende kleding met draadjes etc.

Vervolgens begin ik met het voorlezen uit het boek van Pocahontas (zie begeleiding).


De kinderen kijken naar mij en vertellen wat ze weten over pocahontas.

Dan vertellen de kinderen wat zij weten over het land, taal en de kleding van indianen.


De organisatie
Tijdsduur: 5 minuten
Materialen: pijl en boog, kleding

UITVOERINGSFASE
In deze fase komen veelal twee onderdelen aan de orde:
Observeren
Begeleiden

Wat doen de kinderen?
Wat doe ik?

1. De kinderen luisteren en ze bekijken het plaatje uit de atlas.

2. De kinderen bekijken het plaatje van het opperhoofd.

De kinderen vertellen wat ze zien en geven de antwoorden.

3. Film kijken

4. Coöperatief werken

5. Materialen bekijken

6. Blad versieren

7. De kinderen plakken het blad op hun tafel.

8. Taal van de indianen.

9. De kinderen doen een aantal gebaren.

10. De kinderen mogen een gebaar tekenen op een groot blad.


1. Ik pak de atlas en vertel dat Pocahontas haar familie of stam uit Viriginia kwam.

De atlas laat ik even aan iedereen zien.

2. Dan heb ik een plaatje van een opperhoofd. Het opperhoofd is de belangrijkste man van een stam en die mag alle beslissingen nemen.
Ik heb het opperhoofd 5 keer uitgeprint en ik laat de kinderen vertellen wat ze zien.

Ik stel een aantal vragen over hoe het opperhoofd eruit ziet. Wat voor kleren heeft hij aan, welke kant kijkt hij uit, wat heeft hij in zijn handen etc.

3. Dan vertel ik dat pocahontas uit de stam powathan. Als stamgenoot was je een pawnees. Pocahontas was de dochter van het stamhoofd. Het stamhoofd heette het opperhoofd. Hij was de persoon die de belangrijke beslissingen nam. Sommige indianen moesten bijvoorbeeld rondtrekken als er geen eten meer was, maar bij de stam powathan hoefde dat niet, want er waren akkers.
Het stamhoofd bepaalde bijvoorbeeld hoe er problemen opgelost werden. (stukje van de film)

4. Dan geef ik iedereen een blad waarop ze een naam mogen verzinnen voor een stamgroep. Deze stamgroep is hun groepje. Ze krijgen een blad waarop ze coöperatief kunnen werken en samen een naam kunnen verzinnen.


5. Dan laat ik een aantal materialen zien. Zwaard, pijl en boog.

6. De kinderen krijgen een groot blad waarop ze de naam mogen schrijven en het mogen versieren.

7. Ik laat de kinderen het blad op hun tafel plakken.

8. Op het bord zet ik alle gebaren neer uit de indiaanse taal. Dan ga ik met de kinderen de gebaren één voor één af!

9. Ik laat de kinderen wat vertellen in het indiaans.

10. De kinderen mogen nu een gebaar tekenen met hun groepje op een groot blad. Daaronder mogen ze schrijven wat het betekent.

De organisatie

Tijdsduur: 50 minuten
Materialen: Atlas, 5 keer plaatje opperhoofd, film, 5 coöperatieve bladen, 5 groepsbladen, alle materialen(pijl en boog, mais, vis, bonen), gebarentaalbladen, grote bladen om een gebaar op te tekenen.

AFSLUITINGSFASE
In deze fase komen veelal twee onderdelen aan de orde:
Afronden
Nabespreken
Wat doe ik?
Wat doen de kinderen?

Dan mogen de kinderen alles opruimen. De bladen mogen door de nummers 3 op de kast gelegd worden die ik aanwijs.

De kinderen ruimen hun spullen op.

De organisatie
Tijdsduur: 2 minuten

BEGELEIDING
. Dit verhaal speelt zich af in het jaar 1607. Dat is heel lang geleden, bijna vierhonderd jaar. In de stad Londen is men druk aan het werk in de haven. Er gaat een groot zeilschip vertrekken. Helemaal naar Amerika. Dappere mannen, bijna allemaal matrozen en soldaten, gaan aan boord van het schip. Eén van hen heet John Smith.

Samen met zijn vriend Thomas gaat hij op avontuur. Even later stapt de rijke gouverneur Radcliffe uit zijn koets. Hij is de baas aan boord van het schip. En straks mag hij ook de baas spelen in Amerika. Zijn lievelingshondje Percy en Wiggins, de bediende, reizen met hem mee.

Het is een verre reis naar Amerika. Met een zeilschip doe je daar weken over! Op een dag begint het te stormen! Het schip slingert heen en weer. Iedereen op het dek moet zich stevig vasthouden. Maar plotseling glijdt Thomas uit en valt overboord!

,,Help! Help!’’ roept Thomas, voordat hij in de golven verdwijnt. ,,Man overboord’’ schreeuwt iemand. Dan komt John Smith in actie. Hij grijpt een stevig touw en springt Thomas achterna. Even later hijsen de matrozen de twee vrienden weer aan boord! ,,Heel dapper van je, John,’’ zeggen ze.


BRONVERMELDING
In het spoor van indianen, de wereld op zak.