donderdag 18 juni 2009

7: De tiende les van de tien kunstactiviteiten / lessen

Lesvoorbereiding:

Stageschool: Aloysius Datum 29 mei
Plaats: Monster Klas 2C
Stagementor: Karin Thoen
Stage groep 4

BEGINSITUATIE
In welk lokaal geef je les?
In Museum Volkenkunde in Leiden.
Hoeveel van dit soort lessen heb je al aan deze groep gegeven?
Een aantal.
Wie
De kinderen uit groep 4 die deze week een thema pocahontas hebben.
Wat
De kinderen gaan deze les een indianen museum bezoeken.

EIGEN LEERDOELEN
Formuleer twee concrete leerdoelen
1e doel
Duidelijke afspraken maken voordat we vertrekken.

2e doel
Goed organisatie van te voren. Hierbij denk ik aan een brief naar de ouders, hulpouders regelen, vervoer regelen en het museum reserveren.


LESDOELEN
Algemene doelen

Interesse opwekken voor andere culturen door een spannende en speelse ontmoeting met voorwerpen, verhalen, (muzikale) tradities en het dagelijkse leven in een ander land. De wereld ontdekken maakt je leven rijker.
Concrete, vakgerichte doelen
Tijdens de museumles Indianen van de Noordwest kust ontdekken de kinderen dat het stereotype beeld van 'de Indiaan' niet bestaat en ze maken kennis met een feest waar het vertellen van verhalen, het maken van muziek en het weggeven van cadeautjes centraal staat.


DE LES

ORIENTATIEFASE
In deze fase komen veelal drie onderdelen aan de orde:
Introduceren
Informeren
Instrueren
Wat doe ik?
Wat doen de kinderen?

Als afsluiting van dit thema lijkt het mij leuk om de kinderen een beeld te geven over de leefomgeving en leefomstandigheden van de indianen. Hiervoor heb ik Museum Volkenkunde in Leiden benaderd. Hier is namelijk een tentoon stelling genaamd: ‘Indianen van de Noordwest kust’.

Omdat wij tijdens deze themaweek al veel aandacht aan indianen hebben geschonken doen wij niet mee aan het eventuele voorprogramma van het museum.

Ik vertel aan de leerlingen dat we straks met de bus vertrekken naar een indianen museum in Leiden. Er zijn twee hulpouders aanwezig, hier moeten de leerlingen goed naar luisteren. De reis zal zonder files ongeveer een half uur duren en de kinderen moet op hun plaats in de bus blijven zitten.


De kinderen luisteren naar mij.
De organisatie
Tijdsduur: 5 minuten
Organisatie: ouders regelen, vervoer regelen, brief aan de ouders, museum reserveren.


UITVOERINGSFASE
In deze fase komen veelal twee onderdelen aan de orde:
Observeren
Begeleiden

Wat doen de kinderen?
Wat doe ik?

Zodra het helemaal stil in de rij is, lopen wij rustig naar de bus, die om 9 uur zal vertrekken.

De kinderen hebben nu even de gelegenheid om te eten en te drinken.

Om 10 uur komt een medewerkster ons halen en start zij het programma. De kinderen zijn aan de hand van een spannend verhaal interactief bezig. Dans, muziek, kleding of attributen komen aan bod.

De kinderen pakken hun jassen en gaan vervolgens in de rij staan.

Als alles meezit zijn we om half 10 in Leiden aangekomen. Hier zal om 10 uur het programma voor groep 4 beginnen.


De organisatie

Tijdsduur: 45 minuten lopen en reizen, 30 minuten eten en drinken, 90 minuten rondleiding etc.


AFSLUITINGSFASE
In deze fase komen veelal twee onderdelen aan de orde:
Afronden
Nabespreken
Wat doe ik?
Wat doen de kinderen?

Ik tel of de hele groep aan het eind van het programma weer compleet is.

Als het goed is komen we om 12 uur aan op school. We hebben tot de pauze nog een kwartier om de dag na te bespreken. Ik vraag naar de ervaringen van kinderen. Wat hebben zij ervan geleerd? Wat was leuk? Wat was minder leuk?


Hierna trekken de kinderen hun jas aan en lopen zij netjes in de rij terug naar de bus. Hier gelden dezelfde regels als op de heenweg.

De leerlingen blijven verplicht over, omdat we misschien niet op tijd terug op school zijn.

De organisatie
Tijdsduur: reizen 30 minuten en nabespreken 15 minuten.



BEGELEIDING
2 HulpoudersBus.

BRONVERMELDING
http://www.museumenschool.nl/content.jsp?objectid=163Binnengehaald op 10 juni 2009



Het verhaal van Pocahontas

Dit verhaal speelt zich af in het jaar 1607. Dat is heel lang geleden, bijna vierhonderd jaar. In de stad Londen is men druk aan het werk in de haven. Er gaat een groot zeilschip vertrekken. Helemaal naar Amerika. Dappere mannen, bijna allemaal matrozen en soldaten, gaan aan boord van het schip. Eén van hen heet John Smith.

Samen met zijn vriend Thomas gaat hij op avontuur. Even later stapt de rijke gouverneur Radcliffe uit zijn koets. Hij is de baas aan boord van het schip. En straks mag hij ook de baas spelen in Amerika. Zijn lievelingshondje Percy en Wiggins, de bediende, reizen met hem mee.

Het is een verre reis naar Amerika. Met een zeilschip doe je daar weken over! Op een dag begint het te stormen! Het schip slingert heen en weer. Iedereen op het dek moet zich stevig vasthouden. Maar plotseling glijdt Thomas uit en valt overboord!

,,Help! Help!’’ roept Thomas, voordat hij in de golven verdwijnt. ,,Man overboord’’ schreeuwt iemand. Dan komt John Smith in actie. Hij grijpt een stevig touw en springt Thomas achterna. Even later hijsen de matrozen de twee vrienden weer aan boord! ,,Heel dapper van je, John,’’ zeggen ze.

Gouverneur Ratciffe heeft ook soldaten aan boord. Die moeten in Amerika misschien wel met de indianen vechten, want Ratcliffe heeft gehoord dat indianen heel gevaarlijk zijn. Maar dat is helemaal niet waar! De meeste indianen zijn heel vriendelijk. Ze houden veel van de natuur.

Vooral Pocahontas, een indianenmeisje. Eigenlijk is zij een prinses, want haar vader Powhatan is een soort koning van de indianen. Pocahontas vaart graag met haar kano op de rivier. Haar vriendjes Meeko de wasbeer en Flit de kolibri gaan altijd met haar mee.

Heel diep in de bossen woont grootmoeder wilg. Dat is een betoverde boom die kan praten. Pocahontas gaat er graag naar toe, want grootmoeder Wilg is heel wijs. ,,Mijn vader wil dat ik met Kocoum ga trouwen,’’ vertelt Pocahontas. ,,Kocoum is heel sterk en dapper, maar ik vind hem zo saai! Wat moet ik doen, grootmoeder Wilg?’’

,,Heb geduld, mijn kind!’’ zegt Grootmoeder Wilg. ,,Als je niet van Kocoum houdt, dan moet je niet met hem trouwen! Luister altijd naar de stem van je hart. Je hart zal je leren wat goed is!’’ Pocahontas voelt zich meteen weer veel vrolijker. Ik zal nog eens met mijn vader praten, denkt ze.

Op de terugweg ziet Pocahontas iets heel vreemds. Er ligt een schip op de rivier. Zo’n groot schip heeft ze nog nooit gezien. Er zijn een heleboel mannen aan boord. Pocahontas hoort ze praten en ruikt geuren die ze nooit eerder heeft geroken.

Waar komen die vreemde mensen vandaan? Vier mannen in een klein bootje roeien naar de oever. Zij hebben heel rare kleren aan, denkt Pocahontas. Het zijn beslist geen Indianen, dat is zeker!

John Smith stapt als eerste aan land. ,,Ik ga kijken of alles veilig is, jongens!’’ zegt hij. ,,Jullie houden de wacht bij de boot. Tot straks!’’
Nieuwsgierig kijkt John rond. Wat een prachtig bos is dit, denkt hij. Zonder dat hij het weet loopt hij in de richting van Pocahontas. Die verstopt zich, samen met Meeko en Flit, in de struiken. Wat een knappe man, denkt Pocahontas. Ik heb nog nooit iemand met zulk haar gezien.

Meeko is ook reuze nieuwsgierig. Voor Pocahontas hem kan tegenhouden, huppelt hij uit de struiken om John beter te bekijken. Die heeft hij nog nooit een wasbeer gezien. ,,Hee, wat ben jij voor een aardig beest?’’ vraagt John. ,,Lust jij soms een koekje?’’
Hoewel Pocahontas niet precies verstaat wat John zegt, begrijpt ze wel dat hij aardig tegen Meeko is. Toch lijkt het haar slim zich voorlopig niet te laten zien.

Maar Pocahontas is niet de enige die vreemde mannen zag. In het dorp van haar vader vertelt de tovenaar Kekata precies wat hij weet. ,,Er komen vreemde mannen hierheen, opperhoofd!’’ zegt hij. ,,Vreemde mannen met ijzeren kleren aan en haren op hun gezicht. Ze hebben wapens die lawaai maken en vuur spugen!’’

Intussen wandelt John Smith verder. Vol verbazing kijkt hij naar het mooie meer en de waterval. ,,Wat een prachtig land is dit,’’ zegt hij.

,,Hier gaan wij huizen bouwen. En als die klaar zijn, komen hier allemaal mensen uit Engeland wonen!’’

Dat Pocahontas hem nog steeds in de gaten houdt, weet hij niet! Maar plotseling hoort hij iets. Snel pakt John zijn geweer. Daar staat iemand! Vlak achter de waterval. ,,Kom tevoorschijn,’’ roept John. ,, en snel, of ik schiet!’’

Trots stapt Pocahontas naar voren. ,,Dag!’’ zegt ze. ,,wie ben jij?’’ John Smith kijkt verbaasd. ,,Nee maar, een meisje!’’ zegt hij. En een heel mooi meisje ook, denkt hij er bij.

Op hetzelfde moment gluren Kocoum en de andere indianen naar de vreemdelingen. Ze zien gouveneur Radcliffe die de matrozen flink aan het werk zet. ,,vooruit luilakken!’’ roept hij.
,,Bouw snel een stevig huis, zodat we veilig zijn voor die gevaarlijke indianen. En als dat klaar is, gaan jullie goud voor me zoeken!’’

Kocoum sluipt terug naar zijn dorp. Hij vertelt opperhoofd Powhatan wat de vreemde mannen aan het doen zijn. ,,Die vreemdelingen wil ik niet in mijn land!’’ zegt Powhatan. ,,Ze graven kluilen, hakken bomen om en houden helemaal niet van de natuur. Als ze niet ophouden, gaan we met ze vechten!” Powhatan stuurt een boodschapper op weg om de andere indianendorpen te waarschuwen.

Pocahontas en John smith worden intussen vrienden. Als ze elkaar vertellen hoe ze heten, geeft John Pocahontas keurig een hand. Pocahontas vindt dat erg grappig. ,,Indianen geven elkaar nooit een hand als ze iemand ontmoeten,’’ vertelt ze. ,,Wij kijken elkaar alleen aan en soms knikken we met ons hoofd.’’ Samen wandelen ze door het bos en John vertelt vanalles over Engeland.

,,Wij wonen in grote stenen en houten huizen en we hebben straten met verkeer enzo!’’ ,,Wij willen hier ook zulke huizen bouwen. Dan hoeven jullie niet meer als wilden in het bos te leven!’’
,,Als wilden?’’ roept Pocahontas uit. ,,Wij zijn geen wilden. En onze hutten in het bos zijn prachtig!’’

,,Oh, maar het is veel leuker om te leven zoals wij,’’ zegt John. ,,Wacht maar tot we hier alle bomen omhakken en grote steden bouwen! Dan zul je eens wat zien!’’ Pocahontas weet niet wat ze hoort! ,,Denken jullie soms dat je zo maar in een ander land de baas mag spelen? Dat zal mijn vader, het machtige opperhoofd, nooit goed vinden!’’ zegt ze en snel rent ze naar huis. Een paar dagen later zoekt John Smith Pocahontas opnieuw op… Pocahontas is juist maïskolven aan het plukken.

Verbaasd kijkt ze naar de gouden munten die John haar laat zien. ,,Dit is goud!’’zegt John. ,,Dat kun je in jouw land in de grond vinden! Als je veel vindt, ben je hartstikke rijk!’’
Pocahontas wijst naar een maïskolf. ,,Maïs heeft dezelfde kleur als goud,’’zegt ze. ,,Het groeit ook uit de grond. Toch denk ik dat iemand met veel maïs veel rijker is! Want dat kun je eten en goud niet!’’ Ja, daar moet John haar gelijk in geven…

Plotseling klinkt er een stom. ,,Zo, zo. Dus jij bent John Smith!’’ Het is grootmoeder Wilg die praat. John schrikt zich een hoedje. Hij heeft natuurlijk nog nooit een pratende boom gezien. ,,Je bent een aardige jongen, John,’’ zegt Grootmoeder Wilg. ,,En knap ben je al om te zien, je moet nog een hoop over dit land leren!’’ Pocahontas glimlacht. Dat John knap is, heeft zij meteen al gezien.

Plotseling klinken er andere stemmen. ,,John! Waar ben je?’’ Het zijn de vrienden van John. Pocahontas verbergt zich snel achter grootmoeder Wilg. En die laat haar takken zakken en tilt haar wortels op. De twee mannen struikelen. Pocahontas kan er daarom vandoor gaan,zonder dat ze haar zien.

Als Pocahontas in het dorp terugkomt, is iedereen in rep en roer. ,,We gaan vechten!’’ zegt Powhatan. ,,We jagen die witte mannen weg. Ze zijn slecht!’’
,,Nee, vader!’’ roept Pocahontas. ,,Ze zijn niet allemaal slecht. Dat weet ik zeker!’’
,,Maar mijn kind…ze graven overal kuilen en hakken steeds meer bomen om,’’ zegt Powhatan. ,,We moeten hen wegjagen voor ze alles vernielen!’’

Intussen praat John met de gouverneur. ,,Kijk eens wat ik hier heb,’’ zegt John. ,,Dit is maïs en het is erg lekker!’’ Ratcliffe vindt het niet interessant. ,,Weg met die rommel! Ik wil goud! En ik wed dat die indianen een heleboel goud verstopt hebben! We vallen hen aan!’’

John snapt dat praten verder geen zin heeft. Hij sluipt weg om Pocahontas te waarschuwen. Als hij haar ziet, slaat hij blij zijn armen om haar heen.
Op dat moment komt Kocoum tevoorschijn. Hij denkt dat John zijn meisje kwaad wil doen.

Thomas die zijn vriend John stiekem gevolgd is, komt net op tijd. ,,Sta stil of ik schiet!’’ roept hij. ,,Nee! Niet schieten, Thomas!’’roept John. Maar het is al te laat. Een schot klinkt…

De arme Kocoum valt gewond neer. Dan duiken er aan alle kanten indianen op. Thomas weet nog te ontsnappen, maar John wordt gevangengenomen. Iedereen is zó boos dat niemand naar de verdrietige Pocahontas luistert. Kocoum wordt even later op een draagbaar naar het dorp gebracht.

John wordt stevig vastgebonden aan een paal in een hut. Als Pocahontas binnenkomt, fluistert ze: ,,Het is vreselijk wat er gebeurd is. Hadden we elkaar maar nooit ontmoet!’’ ,,Maar Pocahontas!’’ zegt John. ,,Ik houd van je. Vanaf het eerste moment dat ik je zag! En daarom ben ik voor niemand bang!’’

De volgende ochtend nemen de indianen John mee naar een rots. ,,Door jouw schuld is Kocoum gewond, vreemdeling. En daarom wordt je gestraft!’’

Maar precies op het moment dat Powhatan John met zijn knots wil slaan, komt Pocahontas naar voren. ,,Niet doen, vader!’’ zegt ze. ,,Deze man is goed. Hij wil dat zijn mensen en ons volk in vrede leven. En…ik houd van hem!’’ Verbaasd laat het opperhoofd de knots zakken. Op datzelfde moment verschijnen gouverneur Ratcliffe en zijn soldaten, die door Thomas zijn gewaarschuwd.

Dan spreekt Powhatan. Luid en duidelijk, zodat iedereen het kan horen. ,,Dat zijn wijze woorden, dochter! Twee verschillende volken in vrede leven? Kan dat?’’

,,Onzin!’’ mompelt Ratcliffe. ,,Ik kom hier niet voor vrede, maar voor goud. En om goud te vinden heb ik land nodig en geen nieuwsgierige Indianen!’’ Hij richt een geweer op het opperhoofd en schiet.
Gelukkig ziet John het. Met een vlugge beweging gooit hij Powhatan omver.

De kogel raakt de ongelukkige John. Huilend knielt Pocahontas bij hem neer. ,,Jij hebt mijn vaders leven gered en bent nu zelf gewond,’’ zegt ze.
Thomas, de soldaten en de matrozen zijn woedend. Wat een laffe streek van de gouverneur.
,,Zo iemand willen we niet langer als baas!’’ roepen ze. En Radcliffe wordt gevangengenomen.

John Smith en Pocahontas hebben ervoor gezorgd dat niemand meer aan vechten denkt. Maar helaas is John erg gewond, dat het beter is dat hij naar een ziekenhuis in Londen teruggaat. De Indianen brengen allerlei eten voor de lange zeereis terug naar Engeland.

Met tranen in haar ogen kijkt Pocahontas het schip na. Ze weet dat ze niet mee kan. Ze moet bij haar volk blijven en helpen. Want er zullen meer mensen met een schip komen. John Smith zal ze nooit meer vergeten.

En John? Wat vindt hij het erg dat hij Pocahontas niet meer zal zien. Wat is ze lief en mooi. En wat heeft hij veel van haar geleerd. De mensen in Engeland zullen wel opkijken als hij hun vertelt dat de indianen veel wijzer zijn dan men denkt…



Geen opmerkingen:

Een reactie posten